CLASSIFIERS

Vorige week in les 3 heb je ontdekt dat NGT meer is dan iets wapperen met je handen. Er gaat een taalkundige wereld achter schuil. Deze week duik je iets dieper in het grammatica onderdeel dat ‘classifiers’ heet.

Vorige week heb je geleerd uit welke basiselementen een gebaar is opgebouwd. Weet je nog hoeveel het er zijn? Kun je ze zo opnoemen?

Bekijk deze instructie video. De instructie wordt gegeven in NmG, de oefenzinnen en het oefenverhaal zijn in NGT.

Je hebt nu meer geleerd over het gebruiken van B hand-classifiers. Maar er zijn veel meer soorten classifiers die je kunt gebruiken. Kun jij er een paar bedenken? Wat is het doel van classifiers? Welk nut hebben ze?

Luister/kijk naar het verhaal van dit prentenboek in NGT. Schrijf eens 5 classifiers op die je ziet. Om je een beetje op weg te helpen zetten we eerst alle classifiers uit de NGT voor je op een rijtje:

Even een opfrisser wat de opdracht ook alweer was: Luister/kijk naar het verhaal van dit prentenboek in NGT. Schrijf eens 5 classifiers op die je ziet.

Dove mensen zijn dol op het vertellen van verhalen. Het Nederlands Gebarencentrum helpt om de Nederlandse Gebarentaal vast te leggen. Er wordt een landelijke variant afgesproken, dit is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor erkenning van de Nederlandse Gebarentaal (dit is het Standaardisatie Project uit de eerste les).

Neem eens een kijkje op de website van het Nederlands Gebarencentrum. Je bent al een paar keer op deze website geweest voor het Mini-Gebarenwoordenboek, maar er staat nog veel meer op deze website. In de webshop kun je ook allerlei leuke boeken en spelletjes kopen. Echt de moeite waard om eens rond te kijken. Misschien wil je wel een abonnement nemen en kun je dan nog veel meer gebaren leren via het online Gebarenwoordenboek. Wist je dat er wereldwijd geen ander online Gebarenwoordenboek te vinden is waar je op handvorm kunt zoeken?!

Geef na dit bezoek antwoord op de vragen die bij het huiswerk staan.

Veel plezier!

Mail je vragen naar info@iedergebaartelt.nl of stel ze via de website op de Leeromgeving.


Huiswerk

Doen

  1. Oefen elke dag minimaal 30 minuten.
  2. Ga naar het MINI-GEBARENWOORDENBOEK en zoek deze woorden op /BLIJVEN/, /GEVEN/, /KOPEN/ en /MEE/.
  3. Het lexiconfilmpje vind je hier: Maanden van het jaar | Handalfabet | Getallen
  4. Herhaal ook de onderwerpen van Les 1, 2 en 3 (volgende week heb je een toets..)

Lezen

Om je geheugen op te frissen of om nog een keer te lezen hierbij nog een link naar het .pdf bestand over de grammatica in NGT.

Inleveren

  • Maak een verhaaltje door zoveel mogelijk gebaren, die je de afgelopen lessen en deze les nieuw hebt geleerd, te gebruiken. Schrijf de NGT zinnen uit. Probeer minimaal 2 classifiers in je verhaal te gebruiken. Stuur dit geschreven verhaal via de Leeromgeving naar mij toe. (denk aan de juiste manier van het noteren van gebaren. Werkwoorden in hoofdletters, afzonderlijke gebaren tussen / / en persoonlijk voornaamwoorden in kleine letters)
  • Neem het verhaal op als een Whatsappfilmpje en stuur dit naar mij toe. (minimaal 1 minuut en max 2 minuten.)
  • Neem alle werkwoorden die je de afgelopen lessen op hebt gezocht in het MINI-GEBARENWOORDENBOEK op en stuur dat filmpje naar mij.
  • Nederlands Gebarencentrum: (lever dit in via de Leeromgeving)
  1. Wat valt je op aan het Wilhelmus in NGT?
  2. Is het gebaar /SINAASAPPEL/ een samentrekking? Zo ja, van elke gebaren? Tip: kijk eens in het mini-gebarenwoordenboek

Inleveren eind week 4